by Ivn298
-
ivn298 500 plays | All rights reserved
Deze diepe duinvallei (de Ogenkuil) was ooit in gebruik als duinakker, vooral voor het verbouwen van aardappels. Op diverse plekken groeit hier nu kruipwilg, een lage struik (tot 1 meter hoog) die zich over aanzienlijke oppervlakken uit kan breiden. Net als de duindoorn, die hier ook veel staat, is de kruipwilg tweehuizig, dat wil zeggen er zijn mannelijke en vrouwelijke planten. De kruipwilg bloeit in het voorjaar, de mannelijke katjes met gele helmknoppen, de vrouwelijke katjes zilvergroen. De kruipwilg geeft beschutting aan tal van bijzondere planten: rond wintergroen, addertong en stofzaad. Rondom de kruipwilg worden diverse soorten paddenstoelen gevonden, waaronder gordijnzwammen.
Op de duinhellingen staan verspreid met name meidoornbomen. Meidoorns bloeien in mei met heel veel witte bloemen en zitten in het najaar vol met rode bessen. De bessen worden door vogels gegeten, die op die manier zorgen voor de verspreiding. Vogels gebruiken de boom ook veel voor het bouwen van nesten.
Je volgt het pad verder door de tweede vallei richting zee. In de tweede vallei zie je het voor de duinen hier kenmerkende duindoorn/kruipwilg struweel staan.
Foto Meidoorn met bessen: Hans van der Kooij (13/10/2020)