by Ivn298
-
ivn298 512 plays | All rights reserved
Er is momenteel veel aandacht om het duinlandschap weer open en dynamisch te maken. Dit wordt onder meer gedaan door afplaggen, doorgraven van duinen en begrazing door schapen, grote runderen en konikpaarden. Niet altijd werd er zo over natuurbeheer gedacht. Rond 1800 werden op de binnenduinen veel eiken, beuken en grove dennen geplant om verstuiving tegen te gaan. Rond 1900 werden in de jonge duinen dennenbomen aangeplant op de duintoppen om aldaar de verstuiving tegen te gaan. Zwarte dennen waren hiervoor het meest geschikt omdat ze goed bestand waren tegen de wind. Het aanplanten van de dennen werd geadviseerd door de bekende natuurbeschermer Jac. P. Thijsse. Deze karakteristieke bosjes worden daarom vaak Thijssebosjes genoemd.
Het is niet moeilijk om de grove den van de zwarte den te onderscheiden. De grove den heeft een stam die bovenin licht bruin is, heeft korte naalden (4-8 cm) en kleine dennenappels (2-5 cm). De zwarte den heeft een egaal grijszwarte stam, lange naalden (8-16 cm), en grote dennenappels (5-10 cm).
Je loopt linksaf verder langs de noordkant van het Vogelmeer, in de richting van de zee (naar het westen). Onderweg staat aan je linkerhand nog een abelenbosje. Op het fietspad aangekomen loop je tien meter naar links, daarna neem je het voetpad naar rechts.